Eén van onze doelstellingen is het terugdringen van het kattenoverschot. Wij doen dit onder andere door op grote schaal te steriliseren en te castreren. Het liefst volgens de zogenaamde TNR-methode (trap-neuter-return). De katten hebben het vaak prima op de plek waar ze leven en wij kunnen nu eenmaal niet onbeperkt opvangen. Ze moeten zich alleen niet meer voortplanten. Grote groepen katten lopen vaak rondom boerderijen of op landelijk gelegen plekken. Zo ook drie jonge katjes uit de omgeving van het Friese Donkerbroek.

Dani, Dory en Don zijn twee zusjes en een broertje. Hun moeder had haar nestje gekregen in een stallencomplex. De eigenaar kreeg het gezin pas in de gaten toen de kleintjes al een maand of vier waren. De woning stond helaas aan een enorm drukke doorgaande weg en toen de kleintjes vijf maanden oud waren werd hun moeder helaas doodgereden. Wij werden daarna benaderd door de eigenaar van de woning of we misschien konden helpen met het neutraliseren van de drie overgebleven jonge katten. Na de ingreep mochten ze terug…

Het trio werd gevangen en gesteriliseerd/gecastreerd. Na de ingreep houden wij katten minimaal een week bij ons zodat ze goed kunnen aansterken. Op de dag dat ze weer naar hun adres terug zouden gaan kregen we echter een verrassing. De eigenaar bleek in de twee weken dat de katten afwezig waren te zijn verhuist en de nieuwe bewoner wist van niks. Hij had een grote hond en zat niet te wachten op een paar schuwe katten om huis. Wij zetten katten uitsluitend terug als de woonsituatie veilig is en de dieren gevoerd worden. In dit geval werd de hele zorgsituatie anders. Het was verre van veilig meer en er was dan ook niet veel keus meer dan ze mee terug naar de stichting te nemen. Omdat ze allemaal erg schuw zijn, zullen wij ze niet op korte termijn kunnen herplaatsen. Hierdoor hebben ze samen een plekje in één van onze verblijven gekregen.