Wat iedere kattenliefhebber zou moeten weten
Katten zijn samen met honden de meest populaire huisdieren in Nederland. Toch zijn er veel misvattingen over katten. De meeste daarvan kloppen niet of maar deels. Als je een kat in huis haalt, is het belangrijk dat je je kat zo goed mogelijk leert begrijpen zodat je in de belangrijkste behoeften kunt voorzien. Maar ook om te weten wat je kat wel en niet prettig vindt en hoe je vervelende situaties en problemen kunt voorkomen.
Het karakter van de kat
Het karakter van de kat wordt grotendeels bepaald door een paar natuurlijke eigenschappen:
- Katten zijn eenzame jagers
- Katten zijn territoriaal
- Katten zijn pure carnivoren
- Katten communiceren voornamelijk via geur.
Zo op het eerste gezicht zou je misschien zeggen “ja, tuurlijk, wist ik allemaal wel”, maar veel gevolgen van deze eigenschappen worden niet door iedereen gekend.
Eenzame jagers
Katten zijn voor hun overleven niet afhankelijk van de groep. Ze jagen alleen en eten hun prooi ook alleen op. Alleen de moederkat neemt prooi mee naar het nest voor de kittens wanneer deze oud genoeg zijn om te gaan leren jagen.
Wil dat zeggen dat katten niet sociaal zijn? Nee. Katten hebben hierdoor alleen een veel ingewikkeldere sociale structuur dan dieren die wel afhankelijk zijn van de groep om te overleven, zoals honden. Het is belangrijk om te begrijpen hoe die sociale structuur en omgang van katten onderling in elkaar zit, helemaal wanneer je meerdere katten in huis hebt of er een kat bij wil adopteren.
De sociale structuur en het territorium
In Nederland kennen we de Felis Silvestris (de Europese Wilde Kat) en onze huiskat. Onze huiskat stamt oorspronkelijk af van de Felis Lybica (de Nubische of Afrikaanse Wilde Kat). Van de huiskat kennen we weer onze tamme huispanters en de (ver)wilde(rde) huiskatten die niet bij mensen zijn opgegroeid en dus nooit hebben geleerd om mensentaal te begrijpen. Beide wilde kattensoorten laten een ingewikkeld sociaal leven zien. Tot recent werd er gedacht dat de Europese Wilde kat solitair leeft en alleen bij elkaar komt om te paren. Katers zouden geen rol spelen in de opvoeding. Door recente waarnemingen waarbij de kater wel degelijk met de kittens aan de wandel ging, kunnen we hier op zijn minst vraagtekens bij zetten. De wilde huiskat leeft vaak in groepen die voornamelijk bestaan uit poezen met hun kittens, maar ook katers kunnen deel uitmaken van de groep.
Poezen blijven meestal met de kittens in het kernterritorium. Daar verzorgen ze hun eigen kittens, maar ook de kittens van andere poezen. Dat kernterritorium kan vrij klein zijn. Bij de tamme huispoes bijvoorbeeld het huis (al dan niet met tuin). Dit kernterritorium wordt vaak fel verdedigd tegen indringers. Poezen zijn daarin feller dan katers. Dit heeft er waarschijnlijk mee te maken dat ze van nature in de kern de kittens baren, opvoeden en beschermen.
Het territorium van katers is meestal veel groter. Katers bezoeken vaak meerdere poezenkolonies in de omgeving en spelen ook hier een rol bij de opvoeding van de kittens. Doordat katers vaak tussen verschillende kolonies door wandelen is dit lastig waarnemen. Zij wandelen veel verder van huis, maar zullen altijd ook weer terugkeren naar waar ze zijn opgegroeid, het kernterritorium. Wanneer het paartijd is, zal een (of enkele) kater(s) de poezen mogen dekken.
Veel gedragsdeskundigen gaan ervan uit dat jongere katers uit de groep worden weggejaagd wanneer ze seksueel volwassen zijn. De natuur zit heel logisch in elkaar en het wegjagen strookt niet met het territoriale en het eenzame jager zijn. Katten zijn namelijk zeer territoriaal. Je krijgt ze alleen onder dwang uit hun territorium. Dat wil zeggen in een mandje verkassen. Wie elke avond die irritante kater van de buren uit huis moet jagen, weet hoe hardnekkig katten kunnen blijven komen wanneer ze jouw bankstel als hun territorium gaan beschouwen. Het is vrijwel onmogelijk om zo’n kat definitief weg te jagen. Zodra je niet kijkt of even weg bent, zit hij er weer. En dan zijn dat vaak gecastreerde katers die niet eens komen om te paren…
Een kat is -doordat hij een eenzame jager is – extreem conflictmijdend. Wanneer een kat gewond raakt kan hij in de natuur zelf ook snel prooi worden van andere predatoren. Dus zal een kat er alles aan doen om dit te vermijden. Hij zal ook op alle mogelijke manieren verwondingen, aandoeningen of zwakheden proberen te verbergen. Katten zijn hierin echte meesters! Het is voor mensen vaak heel erg lastig om erachter te komen of een kat daadwerkelijk 100% gezond is. Daarvoor moet je je kat erg goed kennen. Als je veranderingen in het gedrag ziet, denk aan veel meer slapen, inactief worden of bijvoorbeeld agressief reageren, dan is dat vaak een teken dat er iets mis kan zijn met de gezondheid.
Conflictmijdend gedrag is goed waar te nemen in drukke wijken met veel katten. Katten doen aan time-sharing. Dat wil zeggen dat de ene kat op het ene tijdstip de baas is over een bepaald deel van een territorium en de andere kat dat op een ander tijdstip overneemt. Katten zijn dus nooit volcontinu de baas in een territorium.
Ook tijdens een directe confrontatie met een andere kat is dit zichtbaar. Zo’n kattengevecht begint meestal met naar elkaar grommen of blazen en schreeuwen. Dat geeft een van de katten altijd de kans om in de achteruit te gaan. Doet geen van de katten dat, vliegen ze elkaar heel kort en fel aan, waarna er weer een schreeuwpauze is. Opnieuw geven katten elkaar zo een kans om weg te gaan en het conflict te beëindigen.
Dit wil niet zeggen dat alle katers in, om en rond het territorium blijven wandelen. Het is best mogelijk dat een al dan niet groot deel van de katers een eigen territorium gaat opzoeken en vertrekt.
Waarom is dit belangrijk voor de gecastreerde huiskat?
We zien dit gedrag in afgeleide vorm ook bij tamme huiskatten. In een huishouden met meerdere katten die niet tot dezelfde sociale groep horen, kan het gebeuren dat een kat geen eigen territorium heeft. Deze katten -veelal katers- vind je dan bij de buren. Ze komen vaak wel thuis om even te eten, een knuffel op te halen, etc, maar vertrekken dan weer snel. Ze blijven meestal wel in de directe omgeving.
LET OP! Doordat katten voor hun overleven niet afhankelijk zijn van een groep, spelen typische groepskenmerken zoals dominantie en jaloezie geen enkele rol .
Heeft dit gedrag gevolgen voor adoptie van een kat erbij?
Nee. Doordat katten niet afhankelijk zijn van de groep, kunnen ze in feite kiezen of ze wel of niet in een groep willen leven. Helemaal wanneer ze allemaal gecastreerd zijn en hormonen geen onrust meer veroorzaken. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat ze elke nieuwe kat meteen accepteren. Doordat ze hun territorium bewaken, zullen ze een nieuwe kat over het algemeen als indringer zien, ook als ze andere katten gewend zijn. Een goede introductie is dan ook essentieel! Het tempo van deze introductie is altijd afhankelijk van de katten, nooit van de mens. Omdat het nooit een garantie is dat de introductie lukt, is het altijd goed om duidelijke afspraken te maken met bijvoorbeeld de vorige eigenaar of het asiel zodat de kat terug kan als het niet lukt of met familie en vrienden, zodat de kat daar een nieuw thuis krijgt.
Eigenlijk weet je pas zeker dat een introductie lukt als je het hebt geprobeerd. Je kunt wel vooraf een beetje bepalen wat de kans is op een succesvolle introductie. Het liefste willen we natuurlijk dat alle katten thuis goed met elkaar kunnen opschieten. Het mooiste is wanneer katten tot dezelfde sociale groep (gaan) horen. Deze katten slapen dicht bij elkaar, soms zelfs in elkaars pootjes, wassen elkaar, spelen met elkaar, en delen voerbakjes en kattenbakken zonder problemen. Een meerkathuishouden kan ook meerdere sociale groepen hebben die langs elkaar leven. De groepen doen dan gewoon wat ze moeten/willen en negeren elkaar waar dat mogelijk is.
Wat nog meer belangrijk is voor een eenzame jager
Omdat katten eenzame jagers zijn, moeten ze hun omgeving continu nauwlettend in de gaten houden. Anders kunnen ze zelf prooi worden. Je kunt ervan uitgaan dat een kat bijna alles ziet, ruikt of hoort wat er om hem heen gebeurt. Ook wanneer een kat lijkt te slapen zie je vaak een oog een beetje opengaan of oren als antennes bewegen in de richting van het geluid. Dat in de gaten houden van de omgeving is vermoeiend en stressvol. Katten houden daardoor heel erg van alles dat voorspelbaar is. Het eerste dat deze pure controlefreaks zullen doen is dan ook voor alles zoveel mogelijk vaste tijdstippen, rituelen en routines te regelen. Geef je kat maar eens iets lekkers op een bepaald tijdstip. De kans is groot dat de kat de dag erna op datzelfde tijdstip klaarzit om dat lekkers te krijgen.
Kattencommunicatie: geur, geur, geur!
Katten communiceren voornamelijk via geur. Die geur wordt verspreid door te krabben, sproeien, en kopjes te geven. Een vreemde geur die niet in het kernterritorium thuishoort wordt meteen opgemerkt. Denk aan een tas die van buiten komt. Katten gaan dan meteen “krantje lezen” en er bovenop liggen als ze de kans krijgen. In meerkathuishoudens zorgen katten ervoor dat er een groepsgeur ontstaat waaraan katten elkaar kunnen herkennen. Dat doen ze onder andere door elkaar kopjes te geven, elkaar te wassen en slaapplekjes met elkaar te wisselen.
Als mens hoor je helemaal bij de groep!
Zo zorgen katten er ook voor dat de mensen in het huishouden van dezelfde groepsgeur worden voorzien. Deze wordt ook bij mensen continu in stand gehouden. Ook mensen krijgen kopjes en katten gaan ook graag daar liggen waar de mens altijd zit of ligt.
Zou je kunnen stellen dat katten aan hun mens(en) hechten? Jazeker! Los van de groepsgeur, wennen katten helemaal aan de vaste routines en rituelen van hun mens(en). Waar die routines er nog niet zijn, wordt de mens opgevoed door de kat en ontstaan er nieuwe.
De gedachte dat de kat de mens als een soort grote moederkat ziet, is niet zo gek. Als de mens zijn kat aait of kamt, lijkt dit op wassen. De mens zorgt voor het eten zoals een poes dat zou doen bij de kittens, stimuleert het jaaginstinct door met de kat te spelen en houdt het nest schoon.
De mindere kant van geurcommunicatie: sproeien
Sproeien doen katten meestal niet in het kernterritorium, maar juist aan de rand van het wijdere territorium, waar ook vreemde katten komen. Door te sproeien communiceren katten over hun seksuele status, gezondheid, leeftijd en dergelijke. Alle katten kunnen sproeien, ook poezen en gecastreerde katten. Vaak wordt aangenomen dat katten via sproeien aangeven dat dit hun territorium is. Conflictmijdend als katten zijn zou je dan verwachten dat katten snel weggaan uit dat vreemde territorium van de ander, maar dat gebeurt meestal niet. De meeste katten gaan juist zeer geïnteresseerd op de sproeiplek af om deze aandachtig te bestuderen. Soms gaan katten er zelfs in rollen. Vaak sproeien ze er zelf nog een keer overheen om aan te geven dat zij op dat tijdstip geweest zijn (time-sharing).
Katten die zich bedreigd, angstig of onzeker voelen omgeven zich graag met de eigen geur. Dan voelen ze zich veiliger. Dit kun je goed zien in asiels. Bange katten zitten daar vaak in de eigen ontlasting in de kattenbak. De asielomgeving stikt natuurlijk van allerlei vreemde geuren. Denk aan vreemde katten, mensen en schoonmaakmiddelen. Als je kat zich bedreigd voelt, kan hij dus ook ineens in huis gaan sproeien.
LET OP! Doe je katten een groot plezier en gebruik GEEN luchtverfrissers, geurkaarsen, wierook of sterk ruikende schoonmaakmiddelen in huis. Daar worden katten zachtgezegd niet blij van. Veel katten houden wel van bleekmiddellucht, maar ze gaan daar aan likken en in rollen om zich vervolgens te wassen. Dat is zeker niet gezond als je kat dat binnenkrijgt. Vermijd in ieder geval ook altijd etherische olien. Deze zijn meestal giftig voor katten!
Pure carnivoren
In de natuur jagen katten voornamelijk op lopende prooi zoals muizen, ratten, hamsters, salamanders en jonge konijntjes. Ook insecten worden gevangen en gegeten, maar daar leven ze niet van. Katten leven dus van vlees, vlees en nog eens vlees. Dat ze daarbij ook wat groen binnen kunnen krijgen doet daar niets aan af. Het zijn pure carnivoren.
Anders dan vaak door de media wordt verspreid, staan vogels meestal alleen op het menu als ze kruipen, zoals hele jonge merels. Het vangen van vogels vraagt om een hele andere techniek dan het vangen van kruipende prooi. De technieken om de verschillende soorten prooi te kunnen vangen en ook te eten, leren katten van de moeder. Vogels vangen leren de meeste katten niet, tenzij ze een keer geluk hebben en het wel een keer lukt. Vogels hebben hele goede ogen en bijna 360 graden zicht. Wanneer een kat komt aansluipen, hebben de meeste vogels hem al gezien en vliegen weg. Besluipen is dan ook vrijwel zinloos, netals het achter een vogel de boom in aanjagen. Als een kat een vogel wil vangen, moet hij deze al uit de lucht plukken. Om dat te kunnen doen, moet de vogel vrij laag vliegen.
Let op: een kat een bel aan binden is dus ook zinloos. En het is dierenmishandeling. Waarom? Het zorgt er alleen maar voor dat een dier dat al continu spanning heeft omdat hij zijn omgeving doorlopend in de gaten houdt nóg meer stress krijgt omdat bij elke beweging dat stomme belletje rinkelt. Het vangen van vogels lukt meestal alleen als deze zwak zijn en hoort dus gewoon bij het ecologische evenwicht. Muizen en ratten zullen daarentegen wel heel gelukkig worden van zo’n belletje omdat ze hun vijand al van mijlenver horen aankomen. Alsof we nog niet genoeg van deze knagers hebben…
Katten zijn het meest actief als het schemert: bij zonsopgang en zonsondergang. Dan is ook de meeste prooi van de kat actief. Jagers, zoals de kat MOETEN kunnen bewegen. Ook als ze gemiddeld 16 uur per dag slapen, op de tijden dat ze actief zijn is het belangrijk dat ze voldoende ruimte hebben om actie kunnen ontplooien. Ga je vroeg naar bed, bijvoorbeeld omdat je wisseldiensten draait? Hou daar dan rekening mee dat de kat irritant actief kan worden op momenten dat jij nog van je nachtrust geniet. Het is belangrijk om je kat dan niet in die activiteit te beperken.
Als een kat prooi vangt zal hij deze meenemen naar het eigen kernterritorium. Dit heeft alles te maken met veiligheid. Een kat die net aan het eten is, heeft even geen aandacht voor de omgeving en is op dat moment dus kwetsbaar. Dit is dus ook zo’n moment dat hij gemakkelijk zelf prooi kan worden. Het kernterritorium wordt als veilig gevoeld waar niet (zo snel) iets kan gebeuren. Neemt je kat prooi mee? Dan is dat geen “cadeautje” voor jou. Ook als je kat de prooi niet opeet.
LET OP! Deze veiligheid van het kernterritorium geldt voor alle handelingen van de kat waarbij de kat kwetsbaar is en even niet op zijn omgeving kan letten. Zet dus geen kattenbakken in de tuin of op het balkon. Kattenbakken horen in het kernterritorium thuis.
Het jachtinstinct van een kat is aangeboren, maar het daadwerkelijk opeten van prooi is aangeleerd door de moeder. Ook welke prooi een kat vangt en eet. Een kat die al erg jong bij mensen is opgegroeid, heeft nooit geleerd om prooi te eten en zal in de natuur dan ook verhongeren wanneer er geen andere voedingsbronnen aanwezig zijn: mensen die deze katten voeren.
ZET JE KAT NOOIT OP STRAAT OF IN HET BOS ALS JE OM WELKE REDEN DAN OOK NIET MEER VOOR JE KAT KUNT ZORGEN!
Katten eten meestal alleen dat wat ze geleerd hebben te eten. Katten kunnen dus hele lastige eters zijn. Helemaal als je ze iets voorzet wat ze niet gewend zijn, zoals rauw vlees. Wanneer een kat ineens iets anders moet gaan eten, bijvoorbeeld een ander dieetvoer of als een fabrikant de formule van het voer verandert, kun je echt met een probleem geconfronteerd worden. Je zult je kat dan langzaam moeten laten wennen door bijvoorbeeld voer tijdelijk te mengen.
Als pure carnivoren hebben katten behoefte “de hele muis”, die katten in de natuur met huid en haar opeten. Alleen biefstuk (spierweefsel) is dus niet voldoende. Een kat doe je dan ook geen plezier met groenten. Worteltjes, erwtjes, bessen en ander groenvoer dat door kattenvoer wordt gemengd, voegt niets toe voor de kat. Dit is pure commercie. Groenten zijn voor producenten goedkoper dan vlees en dus verdienen ze meer als er meer groenten in zitten. Handig zijn de producenten wel want ze spelen in op de behoeften van de mens die meteen ook denkt dat dit gezond is voor de kat.
LET OP: Katten kunnen dus NIET vegetarisch of vegan leven! Ook niet met aanvullingen in poeder danwel pilvorm. Het is ronduit dierenmishandeling omdat je de kat van de belangrijkste levensbehoeften ontziet.
Het enige groen waar je katten een plezier mee doet zijn gras, kattenkruid en valeriaan. Dat eten ze meestal graag. Waarom dat zo is, is nog niet echt aangetoond. De meningen zijn hierover verdeeld. Het is mogelijk dat gras bepaalde mineralen bevat waar katten behoefte aan hebben, dat katten door het eten van gras parasieten bestrijden, zoals wormen, of verstoppingen in het darmstelsel zo oplossen.
Katten kunnen overgeven na het eten van gras, maar lang niet altijd en lang niet alle katten. Het lichaam van katten is zo ingericht dat opgelikte haren gewoon door het darmstelsel gaan en via de ontlasting uit het lichaam verwijderd worden. De oorzaak van het overgeven na het eten van gras kan natuurlijk een verstopping (teveel opgehoopt haar) zijn, maar zeker ook teveel stress, een overstuur darmstelsel of een aandoening. Bij goede voeding en houding van katten zijn middeltjes om overgeven tegen te gaan meestal overbodig.
Onervaren katten en/of binnenkatten kunnen aan huiskamerplanten, tuinplanten en/of bosjes bloemen gaan knabbelen. Weet dat de meeste planten giftig zijn voor katten (ASPCA: https://www.aspca.org/pet-care/animal-poison-control/toxic-and-non-toxic-plants). Katten hebben hele andere stofwisseling dan bijvoorbeeld mensen of honden. Waar mensen en honden goed tegen kunnen, kunnen katten ernstig ziek van worden en soms zelfs sterven. GEEF NOOIT kruiden en menselijke huis-tuin-en-keuken-remedies aan katten!
Nicole Mommertz
Kattengedragstherapeut en socialiseerder van volwassen (ver)wilde(rde) huiskatten.