Een kat erbij of toch liever niet?

Vaak willen mensen een kat erbij als vriendje voor de eigen kat. Dat kan een goed idee zijn, maar soms wil de eigen huiskat liever het territorium voor zich alleen houden. Hoe weet je nou of het verstandig is om er een kat bij te nemen? Waarop kun je letten? Welke kat past het beste bij jouw situatie en de eigen tijger?

Socialisatie van de eigen kat

Een van de allerbelangrijkste dingen die je moet weten voordat je op zoek gaat naar een vrindje voor je eigen huistijger is of jouw kat gewend is aan andere katten. Veel katten worden als kitten helaas nog alleen geadopteerd en groeien dan op als enige kat. Daardoor begrijpen deze katten andere katten niet of niet goed meer. Ze spreken dan wel mensentaal, maar kattentaal zijn ze vergeten. Als je eigen kat dus geen andere katten in het eigen huis gewend is, doe je hem meestal helemaal geen plezier met een kat erbij. Het gevolg is dan vaak dat de nieuwe kat op alle mogelijke manieren het huis uit gejaagd wordt. Of als de nieuwe kat sterker is, dat je eigen kat bij de buren op de bank gaat liggen of je huis ondersproeit. Resultaat is dan twee ongelukkige katten.

Is je kat al jaren alleen? Doe het dan liever niet!

Ook de socialisatie van de nieuwe kat is belangrijk. Vraag altijd goed door of de nieuwe kat goed gewend is aan andere (volwassen) katten in het eigen territorium en hoe de kat zich gedraagt.

Kleur

Niet wetenschappelijk aangetoond, maar in de praktijk merk ik regelmatig dat katten kleurvoorkeuren kunnen hebben. Dat geldt niet alleen voor de kleur van het dekentje waar ze het liefst op liggen, maar ook voor de kleur van kattenvrindjes. Vaak heeft dit te maken met de ervaringen die een kat in het verleden heeft opgedaan. Een kat die regelmatig door een zwart-witte kat is belaagd, zal zwart-witte katten later sneller vermijden dan anderskleurige katten. Ook de kleur van de moeder en/of nestgenootjes kan van invloed zijn. Sommige donkere katten zijn sneller bevriend met andere donkere katten dan met gevlekte of lichte katten. Dat wil niet zeggen dat dit voor elke kat zo is of als het zo is een echt probleem moet zijn, maar het kan wel de introductie vertragen.

Interessant hierin is dat katten weliswaar de kleuren groen, geel en blauw kunnen zien, maar geen rood. Ze zijn dus kleurenblind. Toch lijken ze rode katten van bijvoorbeeld grijze katten te kunnen onderscheiden. Hoe dit komt, is een raadsel. Misschien dat het rood van katten doorkomt als een geelschakering? Wie zal het zeggen.

Leeftijd

Los van de socialisatie is de leeftijd van beide katten ook van invloed op een introductie. Als het gaat om hele jonge katten, gaat het vaak goed. Katten kunnen zich weliswaar al na een maand of 4 tot 6 voortplanten, maar in een kattenpopulatie zijn ze pas echt volwassen rond de 2 tot 2,5 jaar. Dat is de leeftijd waarop een eigen territorium belangrijk voor ze wordt en dat ze gaan vechten met indringers. Voor die leeftijd worden ze binnen een kattengroep nog als kitten gezien. Dat betekent dat ze dan voorrang hebben met eten en allemaal gekke fratsen mogen uithalen zonder dat de andere volwassen katten daar echt agressief op reageren. Dat wil zeggen alleen als deze katten gewend zijn aan andere katten.

Heb je dus een jonge kat (jongvolwassen onder de 2 jaar), kun je meestal heel prima een nieuwe jonge kat erbij nemen.

Heb je een oudere kat dan wordt de match (leeftijd, karakter, socialisatie, etc) van beide katten echt belangrijk.

Kittens worden liefst per setje geplaatst (zie ook het artikel: Een kitten van Kat in Nood). De reden daarvan is dat de kittens dan met elkaar kunnen spelen en van elkaar leren. Als een kitten te wild is of de andere kitten pijn doet, is het leuke spelen meteen over. Zo leren kittens grenzen kennen met bijten, krabben en aanvallen. Dit levert op de langere termijn een veel kleinere kans op gedragsproblemen zoals het aanvallen van de enkels van de eigenaren of het uithalen naar de baby.

Twee kittens samen hebben veel minder last van verveling. Verveling kan ook een oorzaak zijn van (latere) gedragsproblemen, continu aandacht zoeken op zowel positieve als negatieve manier of bijvoorbeeld over-eten. Heb je geen (jonge) kat thuis en wil je een kitten? Neem er dan altijd twee!

Het karakter

De meeste kans van slagen bij het introduceren van een nieuwe kat heb je als de karakters van beide katten bij elkaar passen. Het is niet verstandig om bijvoorbeeld een jonge kat met veel energie bij een oudere kat te zetten die het grootste deel van de dag wil slapen. Een kat met een sterk karakter gaat meestal overheersen bij een kat met een zachtaardig terughoudend karakter. Zoals al eerder genoemd moet de energie van de katten bij elkaar passen. Een kat die heel graag wild speelt, continu op onderzoek uitgaat en veel kattenkwaad uithaalt, match je het beste met een kat die vergelijkbare hobby’s erop na houdt zodat ze elkaar goed kunnen bezighouden.

Let op: katten zijn NIET afhankelijk van de groep om te overleven. Daarom bestaan groepsdingetjes zoals dominantie, jaloezie, etc niet bij katten. Bij honden en mensen spelen dit soort zaken wel een grote rol. Daardoor zijn we snel geneigd om gedrag verkeerd te interpreteren en problemen verkeerd “op te lossen”. De problemen worden dan vaak erger.

Een kat is een echte opportunist. Hij wil graag voldoende eten, drinken, een schone bak, etc. Als er iets extra’s te krijgen is, zijn de meeste katten er als de kippen bij. Als ze iets lekkers van de andere kat af kunnen pakken, zullen ze dat doen als ze de kans krijgen. Als ze zich irriteren of vervelen of als de andere kat bijvoorbeeld vreemd ruikt, kunnen ze ineens agressief bovenop hun allerbeste vriendje duiken en deze het huis doorjagen. Dit kan eenmalig zijn of een complete levenslange oorlog als gevolg hebben.  Maar dit heeft niets met “alfa-kat” of dominantie en dergelijke te maken.

Handige vragen om te stellen:

  • Is de kat gezond? Zijn er medische redenen om rekening te houden met speciale verzorging of apart gedrag, zoals bijvoorbeeld een allergie of hyperactieve schildklier?
  • Is de kat territoriaal? (valt hij andere katten aan of deelt hij bijvoorbeeld geen voer met andere katten)
  • Als de kat schrikt van iets onbekends of bang is hoe reageert hij dan? Er zijn een aantal mogelijke reacties die universeel zijn voor alle diersoorten: vluchten, vechten of bevriezen. Deze reacties hoeven niet in elke situatie hetzelfde te zijn, maar vaak is dat wel zo. De kans dat katten die een vechtreactie hebben bij stress niet goed met andere katten gaan is groter dan wanneer je katten met vluchtreactie of bevriesreactie bij elkaar zet. Vluchters kunnen elkaar ontwijken en bevriezers doen helemaal niks meer.
  • Hoe actief is de kat? Is het een slaper of juist een onderzoeker? Houdt de kat van wild spelen? Is de kat een bijdehanto die altijd met zijn neus vooraan staat of is hij eerder voorzichtig en terughoudend?
  • Heeft de kat veel ruimte nodig? Is hij gewend om buiten te komen of kan hij ook als binnenkat worden gehouden?
  • Is de kat gewend aan andere katten? Zo ja, hoe gaat hij met die andere katten om?
  • Heeft de kat een band met een of meer andere katten in de groep?

Katten die een band hebben

Anders dan vaak wordt gesuggereerd kunnen katten een hechte band met de mens aangaan, maar ook met andere katten. Wanneer katten met een onderlinge band uit elkaar gehaald worden (of als er een overlijdt) raakt zo’n kat in de rouw. Katten zijn meesters in het verbergen van zwakheden omdat ze in de natuur dan zelf prooi kunnen worden. Als mensen merken we daardoor lang niet altijd dat een kat in de rouw is. Daarom is het het beste als er een kat wegvalt de andere kat goed de tijd te geven om het verlies te verwerken. Maar ook als je een nieuwe kat wil adopteren die een band heeft met een andere kat is het beter om deze katten niet uit elkaar te halen. Kijk dan of je ze samen kunt adopteren of kies een hele andere kat.

Hoe weet je of katten een band hebben?

Katten die een band hebben vormen een sociale groep. Ze delen bronnen met elkaar zoals kattenbakken, voerbakjes, drinkbakjes en ligplekken. Vaak slapen ze in elkaars pootjes. Ze wassen elkaar, volgen elkaar, leren van elkaar en spelen met elkaar.

Waar vandaan?

Zeker niet onbelangrijk is de vraag waar je de kat het beste vandaan kunt halen. Wil je een raskat? Informeer je dan vooraf heel erg goed over fokkers, mogelijke erfelijke gezondheidsproblemen bij zo’n raskat, karaktereigenschappen, nodige ruimte, etc. Zo is het bijvoorbeeld niet verstandig om een Bengaal in een klein appartement te houden. Deze dieren hebben veel energie en veel beweging nodig.

Wil je een raskat bij een Huis-tuin-keuken kat zetten, kijk dan HEEL erg goed naar karakter en energie.

Natuurlijk kun je ook een kat via internet adopteren. Op Marktplaats, Facebook, Verhuisdieren, en dergelijke worden heel veel katten aangeboden. Bedenk wel goed dat wanneer je een kat via deze route adopteert je niet weet of de kat recent medisch is onderzocht en of de eigenaar je wel alles (eerlijk) over de kat vertelt. De eigenaar wil vaak snel van de kat af en zal lang niet altijd de reden daarvan eerlijk willen delen. Daarbij komt het nog regelmatig voor dat zo’n kat niet gecastreerd en gechipt is of medische problemen heeft. Dit kan dan heel snel in de papieren lopen.

Bij adoptie uit een asiel loop je dit soort financiële risico’s niet. Je betaalt natuurlijk wel voor de kat. Daarvoor is de kat geholpen, gechipt, ontwormd, vlo-vrij, etc. Bovendien kan een asiel meestal heel goed iets over het karakter van de kat vertellen. Het asiel is er niet bij gebaat dat een adoptie niet goed gaat. Ze zullen altijd proberen de allerbeste match te vinden voor elke kat die zij onder hun hoede hebben. De kans op problemen thuis is dan ook heel veel kleiner. Je weet dan namelijk precies wat je in huis haalt.

In dit artikel willen we een zo volledig mogelijk beeld geven, maar we willen nog wel even een kanttekening plaatsen.

We willen wel benadrukken dat Kat in Nood absoluut geen voorstander is van gefokte raskatten. Wij zetten ons als stichting in voor het actief terugdringen van het kattenoverschot. Er zijn genoeg katten die een huisje nodig hebben zonder dat daar katten voor gefokt hoeven worden. Daarnaast kunnen raskatten ook de nodige (medische) problematiek met zich meebrengen.

Vanzelfsprekend zijn wij ook geen voorstander van het gebruik websites als Marktplaats of Facebook voor de verkoop van dieren.

Ex-wildjes

De allerbeste vrindjes voor je huispanter zijn meestal de ex-wildjes. Deze katten zijn opgegroeid met andere katten en spreken de kattentaal als de besten. Maar verwacht niet teveel sociaal gedrag naar mensen toe. Helemaal als de ex-wildjes op volwassen leeftijd zijn gesocialiseerd. Dan blijft de mens vaak toch een soort onvoorspelbaar raar ding. Meestal zijn ex-wildjes (na goede keuze!) vrij snel vier pootjes op een buik met je huiskat, maar kunnen lange tijd schuw blijven naar mensen. Ook als ze na verloop van tijd ook voor de eigen mens(en) aaibaar zijn, hebben de meesten geen boodschap aan bezoek. Dan verdwijnen ze in het onzichtbare. Ex-wildjes worden niet snel schootkatten. De meeste zullen nooit op schoot komen liggen. Als je echt een vrindje voor je huistijger wil, dan zou dat ook allemaal geen probleem mogen zijn.

Het mooie is dan weer wel dat je katten écht leert kennen zoals ze van nature zijn en je stapje voor stapje een hele ontwikkeling gaat meemaken van extreme bangerik naar kleine brutalo die precies weet wat hij wil. Vertrouwen moet groeien.

Introductie

De meeste katten houden niet van verandering. Vaak houden ze er ook niet van om hun territorium te moeten delen met onbekende concurrentie. Het introduceren van een nieuwe kat in huis kan dan ook voor de nodige spanningen zorgen. Veel mensen zetten katten gewoon bij elkaar. Dat kan heel goed gaan, maar als het mis gaat dan is het heel erg lastig om katten alsnog aan elkaar te laten wennen. Het is dan ook verstandig om de tijd te nemen voor een rustige introductie. En daarvoor is soms veel geduld nodig.

Stappenplan introductie:

  • Laat de nieuwe kat eerst in een aparte ruimte wennen aan de geluiden en geuren in huis.
  • Zodra de nieuwe kat gewend is aan de nieuwe situatie en relaxt zijn gang gaat, kun je geuren uitwisselen tussen de katten. Natuurlijk hebben beide katten elkaar al geroken, maar het uitwisselen van dekentjes en speeltjes van de ene naar de andere ruimte, helpt de katten aan elkaar te wennen en een nieuwe groepsgeur tot stand te brengen.
  • Wanneer alle katten aan elkaars geur gewend zijn, kan de deur van de aparte kamer op een kiertje. De kier mag net groot genoeg zijn, zodat katten elkaar direct ruiken en elkaar een klein beetje kunnen zien. Maak de deur vast met een haakje, zodat de katten de deur niet open kunnen trekken. Daarvoor is het nog te vroeg. Om de ervaring positief te maken, kun je beide katten iets lekkers geven.
  • Na verloop van tijd kun je een hordeur in de deurpost zetten, zodat de katten elkaar ook in de gaten kunnen houden als je er niet bij bent. Door de katten aan weerskanten van de hordeur te voeren, zorg je voor een prettige (en toch veilige) ervaring.
  • Zodra de katten rustig aan weerskanten van de hordeur durven eten, zonder elkaar continu in de gaten te houden, kun je de deur openen. Hou de periodes waarin de katten samen in dezelfde ruimten vertoeven in het begin beperkt, bijvoorbeeld in sessies van tien minuten. Dit kun je dan langzaamaan verlengen.
  • Wat geblaas en gegrom is normaal, maar wanneer je denkt dat het niet goed gaat, of wanneer de katten elkaar toch in de haren vliegen, grijp dan onmiddellijk in. Je kunt de katten dan weer tijdelijk apart zetten met de hordeur ertussen.

Heb je geen aparte ruimte? Werk dan met een ruime bench die je voor de helft overdekt met een grote doek zodat de nieuwe kat zich kan terugtrekken en verstoppen.

De tijd die nodig is om katten aan elkaar te laten wennen, verschilt van kat tot kat. Sommige katten kunnen meteen goed met elkaar overweg. Anderen hebben weken tot zelfs maanden nodig.

Het is zeker in het begin belangrijk om het contact tussen beide katten zo plezierig mogelijk te houden. Natuurlijk kun je de katten niet continu iets lekkers geven, maar je kunt ze wel allebei aaien en met ze spelen of wat kattenkruid geven. Katten spelen graag en kunnen daardoor hun terughoudendheid vergeten. Met een leuk spel is het meestal vrij eenvoudig om katten van elkaar af te leiden. Met een lang touw kunnen beide katten met een eigen uiteinde spelen. Zo spelen ze toch naast elkaar hun eigen spel en leren ze elkaars energie kennen.